Wat een seizoen. Wat een einde. Helemaal leeg.
Er is zoveel gebeurd in de aanloop van dit seizoen. Eerst een pandemie. Daarna stonden we met een heel nieuw gerenoveerd team (in den beginne ook nog zonder teamleider) aan de start. En een lockdown die de 5e ronde naar mei duwde. Legendes die in het verloop van het seizoen steeds minder beschikbaar bleken. Andere legendes die juist weer onverwachts aanspoelden, nadat ze in de orkaan van enkele jaren terug verloren waren gewaand. We leden terechte nederlagen en onterechte gelijke spelen. En we hadden een concurrent Groningen die als een Phoenix uit de as leek te herrijzen. En het kwam bij ons, bij Groningen en bij HMC, in deze krankzinnige degradatiestrijd aan op de laatste ronde en op de laatste partij.
We reisden af naar Bunschoten om tegen En Passant aan te treden. Over de eerste paar borden kan ik vrij kort zijn: zelf maakte ik tegen Henk Vedder, 30 jaar onafgebroken in de Meesterklasse (is Henk daarmee recordhouder?), een ietwat duffe maar correcte remise. Ik had al een paar keer eerder tegen Henk gespeeld, maar had op mijn notatieformulier in mijn mentale afwezigheid gewoon Richard Vedder genoteerd. Gelukkig zat Richard niet op 3 maar op 2, waar hij een onvervalst pak rammel kreeg van onze Panzerwagen Patrick. Die man kachelt in zijn debuutseizoen voor KC met 4,5 uit 5 door de Meesterklasse. Sorry, Patrick, veel zwaarder dan zwart aan bord 2 in de Meesterklasse kunnen we het je niet aanbieden. Wil je tegenstand van eigen niveau, zou ik lekker in de Heimat blijven. Tot die tijd echter tellen we vrolijk je puntjes. Esper, die dit jaar tot wasdom is gekomen,, ging ditmaal leerzaam ten onder tegen Nijboer. Supersub Soch zat te rommelen in de opening, kwam in tijdnood en wurmde zich er tegen Buckels niet uit. Achterstandje, bah. Ook Lennart verloor, nota bene met wit uit een heel goede opening tegen invaller van Roosmalen. Een forse tegenvaller, temeer omdat we op de live-borden in Groningen zagen dat de thuisclub HMC leek te verslaan. Dat was voor ons slecht nieuws, want dan moesten we er tegen En Passant minimaal 5-5 uit slepen. En met nog 5 borden te gaan en een 1,5 – 3,5 achterstand was het volstrekt niet duidelijk hoe we dat konden gaan bolwerken.
Ik denk dat op dat moment het tij begon te keren toen Gerard binnenkwam en een engeltje op zijn schouder mee bracht. Zelf kon onze nestor niet spelen, maar zijn aanwezigheid en aura deed de man- en vrouwschappen zichtbaar goed. Dat hadden we ook nodig, want er moest veel gebeuren met deze stand. Allereerst moesten Tyro en Liam hun rommelige witstellingen in winst omzetten tegen De Graaf en Bosboom. Onze helden stonden zwaar materiaal voor, maar de ervaren zwartspelers visten listig in troebel water op de witte koningsvleugels. En dan hadden we ook nog 3 mindere eindspelen die allemaal remise gehouden moesten worden. Eline – grote klasse dat zij er was ondanks interesse uit verre, zonnige buitenlanden! – had haar mooie Benoni laten verzanden in een eindspel van T+2pi tegen P+3pi, waarbij Ruud Janssen de sterkere partij was. Nog grotere problemen waren er bij Onno en Tex. Tex speelde tegen collega-celebrity Kazarian en moest vluchten in een gaar dubbeltoreneindspel. Kopman Onno moest een halfje binnenhalen voor team en norm, maar stond een pion achter in een paard-loper eindspel met torens er nog op. Kortom: alles moest meezitten om het net aan te gaan redden.
Deze teamleider dacht terug aan 9 jaar geleden, de enige andere keer dat KC uit de Meesterklasse degradeerde. Ook toen speelden we de slotronde op een zonnige lentedag in Bunschoten. En destijds kwamen we met 4,5 – 5,5 tegen BSG een halfje tekort voor handhaving. Dat was voor ondergetekende extra dramatisch, omdat ik toen als kopman met een stuk meer in tijdnood ten onder ging (zie de stelling na zet 31). Dankzij mijn nederlaag moest KC destijds afdalen naar de krochten van de eerste klasse. Nu zaten we 9 lentes later in hetzelfde zaaltje en zag ik Onno zitten op de plek waar ik toen zelf zat, bij de dartborden. En intussen ging het slechter en slechter in Groningen, hoezeer wij op de liveborden ook Van Dael, Dambacher, Mollema en Burg naar onmogelijke ontsnappingen toe wilden schreeuwen. Het moest op ons en goedgezindheid van vrouwe Caïssa aankomen.
Eerst opluchting bij Eline. Ruby hield haar paard vlakbij haar koning en kon zo alle witte pogingen pareren. Zeer professioneel gedaan. Één rotstelling overleefd, Nog 4 goede resultaten te gaan.
Dan opluchting bij Liam! Hij had alle geintjes van Bosboom gepareerd en hield een extra toren over. Het is dat Willemze en vooral Boudry zo goed zijn, anders was onze rots vandaag tot een happy GM gekroond. Tweede kwartje de goede kant op, 3 kegels nog omver te werpen.
Vervolgens onze invaller: Tyro had al een tijdje twee dames op het bord, maar De Graaf had genoeg stukken in de aanval om Tyro tot nadenken te dwingen. Tyro kwam onder de minuut , maar gelukkig kon hij consolideren en was net op tijd. Pieken op het juiste moment! Een betere sollicitatiebrief voor KC1 kun je niet schrijven. Nu nog de 2 zwaarste potjes nog en we zijn er.
Trouble with the law or a lousy toreneindspel? Better call Tex! Want Tex Philidor de Wit doet het weer. Alle toreneindspelen blijken remise, vooral als je nieuwe bijnaam – volledig terecht – Philidor is. Fieuw. Nu komt alles op onze kopman aan.
Onno, moederziel alleen op dat podium met de dartborden achter zich. Als kopman het laatste bezig, strijdend tegen degradatie. Ik voel alles weer terugkomen van 9 jaar terug. Maar Onno is Poch niet. Onno heeft een f-pion, Toren en Paard. Van de Griendt f+h, Toren en Loper. Maar Onno schaakt stug. Stug en taai als de leren huid van een oude Stegosaurus. De mythische Stegosaurus, die al uitstierf ver voordat de Triceratops en de T-Rex het strijdtoneel zouden betreden. Onno de Stugge Stego Elgersma valt niet om, wie hem ook in zijn vel of in zijn stekels bijt. Vele agressieve dino’s hebben het al geprobeerd, ook Van de Griendt kwam na eindeloos proberen van een koude kermis thuis. Het was volbracht.

Wat restte was de verjaardagstaart, het bier over de Zeeuwse datum, een frisse duik in een Goois randmeer (geen foto’s, sorry) en een taaie Bunschotense steak. Maar o, o, o, wat smaakt taaie Bunschotense Stegosaurus-steak zoet als je vlak daarvoor door het oog van de naald bent gekropen. Denkt u dat mijn verslag wat overdreven is? Speel dan hier zelf de partijen na om het met eigen ogen te aanschouwen. We mogen het dus nog een jaar in de Meesterklasse proberen. Sneu voor HMC, die voorafgaand aan deze ronde nog 6e stonden en het op bordpunten hadden verdiend om zich te handhaven. Laten wij het komend seizoen in ieder geval wat minder spannend maken…
Pieter Roggeveen