De wondersloffen van Sjakie


Mijn favoriete stripserie vroeger was De Wondersloffen van Sjakie, waarin voetbalheld Sjakie Meulemans volkomen onverwacht elke wedstrijd weer uitgroeide tot topscorer. Uit onmogelijke hoeken joeg hij doorgaans in de laatste minuut met een katachtige omhaal het leer tegen de touwen. Heerlijke jongensboeken, maar met het vorderen van de leeftijd leer je dat dromen niet bestaan en jongensboeken niet meer worden geschreven. Tot vandaag…

In onze nieuwe locatie – met de schitterende naam Het Broederhuis – misten wij onze vedettes Jorden en Quinten. We zouden tegen de potige Apeldoorners een zware pijp kunnen gaan roken en moesten het van onze broederlijke onverzettelijkheid hebben. In de openingsminuten speelden IM Arthur van de Oudeweetering en ikzelf echter achterin de bal rond. We kwamen de middellijn niet over en een typische 0-0 wedstrijd was het resultaat. Vandaar dit verslagcorvee.

Naast mij waren witspelers Benjamin en de debuterende Gilian met een man minder komen te staan na openingsmisdaden en tekenden zich donkere wolken boven Haarlem af. Gilian kon nog even doormodderen, maar Benjamin schopte ook nog in eigen doel. Ook Miguoel trok de doorgebroken IM Max Warmerdam neer en het verschil was 2 in ons nadeel, met het rustsignaal in zicht.

Teamleider Ilias speelde met het slechtgetimede e2-e4 en b2-b4 de bal te ver voor zich uit en zag zijn kansen vervliegen. En onze eeuwige topscorer Wouter, nog niet geheel wedstrijdfit na een heerlijk lange zomerstop, kwam niet in buurt van het witte doel. We zouden weer tegen een nederlaag aan gaan lopen. Ilias voelde als een volleerd Japie Stam de bui al hangen en maakte zich klaar om op te stappen.

Voor de statistieken deed Loek, schlemiel van de eerste ronde, iets terug voor de thuisploeg. Zijn Siciliaanse catenaccio werd beloond en Roeland Pruijssers, de enige GM aan Apeldoornse kant, kon de druk van de ervaren grootmeester niet aan. “Form is temporary, class is permanent” en Loek weer back in business. Maar nog altijd 1 doelpunt achter en het publiek bleef fluiten. Totdat ze Gilian zagen dribbelen. Watervlug had hij zijn tegenstander, wiens identiteit we uit piëteit met de mantel der liefde bedekken, gefopt en zich in een volkomen gelijk eindspel van allebei een Paard en f-g-h-pionnen gewurmd. Wie weet dat we met deze bonusremise er nog iets uit zouden kunnen persen?

Het wonder van 5-5 leek namelijk te geschieden. Onze Gerard is namelijk hard op weg op zijn 60e – als oudste Nederlander ooit? – zijn eerste IM-norm binnen te halen. In een dubbelpaardeindspel – paardeindspelen, onthoud deze! – wurgde hij IM Kabatianski op meesterlijke wijze. Als Liam met een stuk minder remise zou houden, zouden we 5-5 maken! En het lukte Liam. Koel als hij gebleven was, kreeg hij de laatste zwarte pion eraf en stond hij nog altijd een stuk achter, maar was er geen matpotentieel meer voor IM Thomas Beerdsen. Heerlijk, toch nog een puntje gered!

Maar dat gelijkspel was buiten onze eigen Sjakie gerekend. Toen iedereen al lang aan het bier zat en zich had verzoend met de benauwde halve dop bleef Gilian zijn tegenstander onder druk zetten. En druk zetten. En druk zetten. Kan dat eigenlijk wel, druk zetten in een symmetrisch paardeindspel met alles op één vleugel? Gilian kan het. En in de laatste minuut strikte hij zijn wonderslof, nam een aanloopje en ramde zijn f-pion fenomenaal de kruising in. 5,5 – 4,5 en het wonder was volbracht. Apeldoorn was verbijsterd en moest met lege handen afdruipen. Onverdiend? Jazeker. Maar wij hadden vandaag Sjakie. En jongensboeken en wondersloffen bestaan.

Pieter Roggeveen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.