Chess Society Zandvoort – KC N2

De uitwedstrijd start niet goed op Goede Vrijdag. Twee invallers waren nodig. Afijn, na wat e-mail en app-verkeer verder hadden we het team compleet. Toch nóg een afmelding. Op het laatste nippertje op de Goede Vrijdag zelf Henk Roosink gevraagd in te vallen. En wat fijn dat Henk kón én mee wilde doen. Dit is het lot van de teamcaptain: regelneefwerk. Het Zandvoortse team kent zes spelers, en heeft twee vaste invallers. Even met Kees Koper (de wedstrijdleider van dienst) gesproken over het wel en wee van de club. Zij kunnen niet goed promoveren, want dan hebben ze acht spelers nodig. Die hebben ze wel, maar dan hebben ze geen invallers meer. Ze hebben nu al soms dat ze met vijf spelers aantreden om dat er dan drie niet kunnen. Zo heeft elke club wel wat.

De start van de zes partijen leverde niet direct problemen op, hoewel … André maakt een fout en stond per direct slecht. Even later gaf hij terecht op om meer leed te besparen. Het was duidelijk zijn avond niet. Nu had ik zelf de afgelopen vijf partijen zéér slecht gespeeld. Daar reken ik dan ook de onlinepartijen bij mee. U moet zich daarbij voorstellen: na tien zetten een stuk weggeven in de opening, of een matzet in één over het hoofd zien. Dat soort dingen. De gehele dag druk geweest om wat werkachterstanden weg te werken, daarna snel gegeten en ternauwernood op tijd vertrokken. Dus om in eén woord mijn schaaksituatie te benomen: hachelijk. Mijn opponent kende ik van de vorig externe competitie. Toen ving ik zijn toren (kwaliteitswinst) na een onachtzaamheid van hem. Hij wist het zich nog te herinneren zei hij voorafgaand aan de partij. Hij verdedigde zich met de Scandinavische verdediging. Ik besloot na wat rekenwerk het zo te spelen dat ik niet meer ging rocheren en dacht een soort plus-remisestelling te hebben. Grappig feitje: hij had mij in vijftien zetten al vier keer schaak gezet. Toen André zijn partij aan de wilgen hing heb ik in een gelijke stand het remiseaanbod gedaan dat graag werd aangenomen door mijn tegenstander. Hij bleek in eenzelfde soort hachelijke uitgangspositie te verkeren. Zie onderstaand het verloop van de partij.

Schriemer (1608) – Tuna (1637): 0,5 – 0,5

  1. e4 – Pc6
  2. d4 – d5
  3. exd5 – Dxd5
  4. Le3 – e5
  5. c4 – Da5+
  6. Ld2 – Lb4
  7. d5 – Lxd2+
  8. Dxd2 – Dxd2+
  9. Pxd2 – Pd4
  10. Ld3 – f5
  11. Pe2 – Pxe2
  12. Kxe2 – e4
  13. Lc2 – Pf6
  14. h3 – Ld7
  15. f3 – exf3+
  16. Pxf3 – 0-0-0
  17. The1 (=)

Dus na nog geen uur spelen was de stand 1,5-0,5. Nog vier borden te gaan. Sybe speelde degelijk. Niek speelde een mooie evenwichtige partij, zat goed op zijn handen, gaf de stelling niet weg. Als een van de laatsten besloten hij en zijn tegenstander de vlag te strijken en het gelijke spel te accepteren in een toreneindspel. Jan Willem had ook een toreneindspel, maar stond twee pionnen achter. Hoewel hij een pion terugwon kon hij niet meer voorkomen dat de tegenstander zijn doorgebroken c-pion kon laten promoveren. Helaas Jan Willem! Op bord vier gebeurde er mooie dingen. Henk wist zijn goede stand uit te buiten door heel voordelig te tripleren op de c-lijn en zo alle zwaktes van wit onder vuur te nemen. Wit kon niet zo veel meer uitrichten en probeerde met afruilen zijn stelling te verbeteren, maar dat mocht niet baten. Twee vrije en verbonden pionnen op de d- en e-lijn waren niet meet tegen te houden. Henk mocht het allemaal nog even bewijzen door inderdaad zijn pion tot dame te laten promoveren. Met een dame achter gaf zijn tegenstander op. Het was met recht een Goede Vrijdag voor Henk. 2,5-2,5.

De partij van Sybe was niet foutloos, maar wel heel spannend. Toen ik eerder langsliep dacht ik dat Sybe de betere stand had, maar aan het einde was dat vervlogen door een valletje waar Sybe in was gevlogen. In onderstaand diagram de eerste situatie. Het commentaar van Sybe “Tja, als ik naderhand kijk heb ik wel matig gespeeld! Hoe kom ik in deze stelling terecht? Dat is al moeilijk uit te leggen (onnodig in ieder geval).”

Sybe Terwee (1583) – Mudra Knook (1789).

Stand na 17e zet van zwart.

Even later, het is inmiddels na elf uur ’s avonds, zie ik Sybe worstelen.

Sybe zegt erover “Daarna kies ik op zet 18 voor het logische maar foute Pe1 (ik durf de loper niet weg te halen voor de pion, dat lijkt gevaarlijk) en opnieuw bij zet 22 een gevaarlijk f3 (opnieuw was Lb4 de oplossing).” Omdat Chess Society bij remise de winst pakt biedt Mudra remise aan, wat Sybe dankbaar accepteert. Een genaderemise!

Martien Schriemer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.