Ik heb goede herinneringen aan Jan Timman. Die verdiepte zich ooit in het eindspelen met drie paarden van één kleur, bijvoorbeeld matzetten. Daar is mijn fascinatie voor de ontembare paarden ontstaan.
Ook blijkt dat de tegenstander vaak uitgaat van bekende regels, maar niet bedacht is op de uitzonderingen. Bijvoorbeeld dat je iemand niet kan matzetten met twee paarden. Dat is uiteraard zo, maar alleen als hij een kale koning heeft. Eén pion erbij kan zijn ondergang betekenen. Ook bij KC lopen schakers rond die op een halfvol bord mat achter de paaltjes hebben geleden. Niet door een T of D, maar door twee paarden.
Terzake. Is KPp tegen KL te winnen?
Zeker! Ik geef een voorbeeld dat je wel kan oplossen. De kunst is uiteraard om zo’n positie te bereiken, dan wel om hem, wanneer die zich voordoet, te herkennen als winnend. Zolang je kunt winnen is remise geen optie.
Wit aan zet en wint.
Dit naar aanleiding van de laatste – en weer eens beslissende – partij van N3 tegen Kijk Uit. Had zwart dit kunnen voorkomen? Zeker, want 72 zetten eerder stond het gelijk.