
Hillegom is een derde klasse angstgegner. Ondanks hun (veel) lagere gemiddelde rating en hun gevorderde leeftijd weten ze ons steeds weer te verschalken. Maar niet dit jaar. Toch?
Het begon er al mee dat onze sterkste man (uche, uche) verstek moest laten gaan. Sorry; nooit meer, collegas. Drie snelle uitslagen dan. Vorig jaar hadden we genadeloos op onze broek gekregen van De Uil, en André had daar geen goede herinneringen aan. Hij zal nu tevreden geweest zijn met een op zich nuttige remise op bord 1.
De tweede partij die eindigde was die van Marco, die reeds op zet 12 een pion weggaf in plaats van die te offeren (zijn woorden). Twintig zetten later werd het hem te veel, en gaf hij op. In Hugo’s woorden: Marco had deze keer geen subliem eindspel in huis…
Ook de partij van Ramiz verliep niet geheel zoals gewenst. Ramiz liet zijn dame slaan, om daarna mat te zetten. Helaas zat er een lek in de berekening, zodat hij, tegen geringe compensatie, met een dame minder verder moest. Wel kranig geweerd, aldus Hugo.
De tussenstand was daarmee het niet vrolijk stemmende: 2½-½.
Hugo memoreert: “Marco verliet ons rond een uur of tien, half elf, met de olijke opmerking dat er 1,5 punt op het bord stond, dus dat het aan ons (Frank, Henk en ik) was, om de winst te verzilveren…”
Hugo neemt het verslag nu deels over: “Hij [Hugo] kwam matig gepositioneerd uit de opening. Waarbij rond de 20e zet het spel in zijn voordeel kantelde. Al rond zet 33 had hij het idee zijn tegenstander helemaal klem te hebben gespeeld om vervolgens nog 35 zetten nodig te hebben om daadwerkelijk tot de matzet te geraken.
“Frank had in het middenspel een listige stelling waarbij hij geconfronteerd werd met een aantal vorkjes. Tegen de tijd dat hij de afwas gedaan had [hè? Oh, beeldspraak; Fer], bleek niet zijn tegenstander maar hijzelf er een kwaliteit als extraatje aan over te hebben gehouden. Een adequate afhandeling kun je vervolgens aan Frank wel overlaten: 2½-2½.
“Liet allemaal niet onverlet dat Frank en ik (en de rest van de zaal) overtuigd waren dat ons de overwinningspunten niet meer konden ontgaan. Hetgeen helaas toch niet verzilverd werd. Daarmee jouw opmerkingen inzake het eeuwige debacle van KC bij de Uil nog eens onderstrepend.” [Zie mijn opmerking hierboven over angstgegner De Uil. Niets teveel gezegd. Fer.]
Dan komen we logischerwijs bij de laatste, beslissende, partij. Omdat het te erg was, en omdat we een protest hebben lopen, laat ik de details nu nog weg. Dat de partij verloren ging voor ons mag een miracle heten (voor De Uil dan).
De volledige gebeurtenissen zal ik later nog beschrijven; uitleg van het Fide-reglement incluis.
Volgend jaar wil ik thuis spelen tegen De Uil. En dan ben IK arbiter.
Fer Mesman